Surviving in the desert and on the beach

Na 8 weken ‘’studeren’’ in het koude Melbourne was de intra-trimester break aangebroken. Samen met 3 andere Nederlandse meiden, Moene, Jennifer en Maxime hadden we onze eerste reis in Australië gepland.Zondag 14 augustus begon dan eindelijk onze 10 daagse trip naar de zon: een 3 daagse tour door de ''Red centre'' en een week naar Darwin. Als eerst vlogen we naar Ayers Rock, of hoe de Aboriginals het noemen ‘’Uluru’’. Dit was een vlucht van 2 uur. We kwamen aan op een klein vliegveld. We werden hier opgehaald door onze tour guide, Chris, een klein, dik, vriendelijk mannetje met een baard en een dosis aan verhalen over Aboriginals. Onze roze tourbus stond klaar voor 3 avontuurlijke dagen. De groep bestond uit 17 mensen, van verschillende leeftijden en verschillende nationaliteiten, van Korea tot Amerika

          ​ 

.

Onze eerste stop was een cultureel centrum, waar we de eerste informatie kregen over Aboriginals. Vervolgens hebben we een tocht gedaan om de Uluru/Ayers Rock, de eeuwenoude heilige zandstenen heuvel van de Aboriginals. Die rode steen, die van een afstand op een klein bergje leek, was  van dicthbij enorm groot dat ik mezelf ineens heel klein voelde.

   ​

Tijdens deze wandeling maakten we gelijk kennis met de grootste ergernis van de tour; de vliegen. We zullen de vliegen niet snel vergeten, aangezien ze op alle foto’s duidelijk aanwezig zijn.

Na de wandeling vol met verhalen van onze tour guide reden we verder naar een plek waar we de prachtige zonsondergang met Uluru op de achtergrond konden bekijken. Zowel de lucht als Uluru kregen verschillende kleuren. Dankzij het adembenemende uitzicht en de glaasjes wijn, waren we ultiem aan het genieten.

We sliepen op een ‘’camp’’ in de woestijn. Dit waren campingplaatsen met een sanitair gebouw. Samen met de groep maakten we burrito’s en aten 's avonds marshmallows bij het kampvuur.  Om het compleet te maken sliepen we buiten onder de prachtige sterrenhemel in een swag (een soort tent maar dan in de vorm van een slaapzak, zie onderstaande foto).Met  4 lagen kleding, dubbele sokken, een muts (je zal maar bang zijn dat je het koud gaat krijgen) was ik helemaal ready voor een nacht onder de sterren. Na verhalen over dingo’s en andere beesten was ik op m’n hoede bij elk geluidje dat ik hoorde en dan was er ook nog iemand die naast me snurkte.. (still love you Moen). Gelukkig was ze de rest van de week stil ;)

Om 5 uur werden we gewekt om de zonsopgang te bekijken. Daarna volgde een zware hike op de Kata Tjuta. Losse stenen en bergen opklimmen tot hijgen aan toe. Maar het uitzicht maakte alles meer dan goed.

 ​ ’s Middags reden we in de roze tour bus  verder richting de volgende ‘’camp’’. We maakten een tussenstop bij een zoutvlakte.

's Avonds genoten we weer van een prachtige zonsondergang, aten we heerlijk kangaroo vlees en hielden we onszelf warm rond het kampvuur.

De laatste dag gingen we naar Kings Canyon. Ik wist niet dat het nog groter en mooier kon. Maar het was mogelijk. Ook hier weer een geweldige hike gedaan. De hike bibberend starten met 2 vesten aan en een muts op en zwetend eindigen met alleen nog een hempje aan.

Na de Kings Canyon reden we verder door niemandsland naar Alice Springs. Dat betekende heel wat uurtjes rechte weg met alleen woestijn en savanne om ons heen. Wanneer onze tourbus een andere auto passeerde, stak onze tour guide z'n hand op naar de bestuurders om te laten weten dat het goed gaat, omdat er daarna nog lange wegen zonder iets te gaan zijn. Gelukkig was er tussen de rit door nog tijd voor wat plezier: kameel rijden. Vier Nederlandse meisjes op een kameel.. Nou dan weet je het wel. Het was hilarisch.

 Alice Springs was een klein dorpje met veel Aboriginals. We verbleven híer één nachtje en dat was ook lang genoeg, aangezien er vrij weinig te doen was.

Na 2 nachten buiten slapen, 3 zware hikes, 3 dagen geen service, een miljoen aantal vliegen om ons heen, maar vooral veel speciale plekjes gezien te hebben, was het einde van de tour aangebroken. Ik weet zeker dat dit één van de mooiste en bijzonderste dingen waren die ik heb gezien en beleefd heb.

Na deze tour vlogen we naar Darwin, een plaats in het noorden van Australië. Hier verbleven we een week. Aangezien het hier elke dag 30+ graden was hebben we niet alleen in de woestijn moeten overleven, maar ook op het strand ;) Zoals jullie van me gewend zijn, ben ik dus ook lekker bruin geworden.

Ondanks de uurtjes bakken op het strand hebben we ook nog andere dingen ondernomen. We zijn naar Botanic Gardens, Mindil Beach night market en een openlucht bioscoop geweest. Op maandag gingen we naar Litchfield National Park. We hadden een auto gehuurd om hier te komen. Dit waren beekjes en prachtige, grote watervallen waar we heerlijk hebben gezwommen.

  ​

En natuurlijk kunnen op vakantie de terrasjes niet ontbreken. Ons plan om zelf te koken was daarom ook een beetje mislukt..

In Darwin hebben we naast de muggen ook nog kennis gemaakt met de kakkerlakken. Toen we ontdekten dat er eentje in onze kamer liep wisten we niet hoe snel we allemaal op ons bed moesten staan (slapen in de woestijn heeft ons dus nog niet echt dapperder gemaakt..)

In Alice Springs en Darwin hebben we voor het eerst de Aboriginals gezien, de eerste menselijke bewoners van het Australische continent. Een apart volk, die te herkennen zijn uit duizenden. Ondanks dat één Aboriginal vrouw ons de laatste avond heel erg heeft laten schrikken, door voor ons te springen en te schreeuwen, hebben we verder geen last gehad van deze mensen.

Afgelopen woensdag vertrokken we terug naar Melbourne, met een afkoeling van ongeveer 20 graden. Ik ben weer thuis. Best gek om ‘’thuis’’ te komen in Melbourne. Maar toch voelt het als thuis.

Ik ben nu 8.5 weken, 2 maanden, 62 dagen of 80.640 minuten in Melbourne. Ik zit precies op de helft van m’n semester studeren hier. De tijd gaat heel snel, veel te snel.